Kenmerken van de Terrassenmaas
Bureau Drift is o.a. voor Provincie Limburg, Rijkswaterstaat, waterschappen en terreinbeheerders betrokken bij planvorming en gebiedsontwikkeling langs de Terrassenmaas (of Zandmaas; traject Roermond-Gennep), onder meer rond project Ooijen-Wanssum, Gebrande Kamp, Afferden-Heijen, Venlo-Velden, Baarlo, langs allerlei beeklopen en rond de vrij eroderende oevers. Dit uniek stuk rivier neemt een heel eigen plaats in tussen de Nederlandse riviertrajecten. Het is onze enige Nederlandse terrassenrivier en het landschap vertelt een verhaal van opéénvolgende ijstijden en geologische insnijdingen. Hierdoor ontstonden over een lange periode de droge terrassen met grondwatergevoede geulen en prachtige terrasranden. Deze unieke kenmerken betekenen ook dat we anders met uiterwaardinrichting, natuurontwikkeling en delfstofwinning om moeten gaan dan bijv. langs de Rijntakken of Benedenmaas.
Voor meer info hierover, zie: “De Zandmaas: Ecologie en historische veranderingen van een terrassenrivier.”
Kwelgeulsystemen langs de Maas
De Maas tussen Roermond en Gennep ligt in een geologisch stijgingsgebied, en heeft zich door de tijd heen steeds verder ingesneden. Door een verschillend insnijdingstempo onder invloed van warme en koude klimaatperioden, zijn hierdoor uiteindelijk de bekende Maasterrassen ontstaan. Veel beken langs de Terrassenmaas hebben zich hierin ingesneden en hebben een aanzienlijk verhang gekregen. Het mooiste voorbeeld is wellicht het Geldernsch-Nierskanaal. Dit gegraven systeem heeft zich in amper 250 jaar tijd een kleine canyon in de Maasduinen en onderliggende terrasgronden uitgesneden, en is thans (zeker morfologisch) één van onze meest waardevolle beeksystemen van Nederland.

Op de verschillende terrasniveaus liggen verspreid oude Maasgeulrelicten, die vooral gevoed worden door grondwater uit naastgelegen, hogere terrassen. Ze overstromen slechts af en toe met rivierwater vanuit de Maas. Vooral waar deze geulen terrasranden van een hoger terras aansnijden kunnen grote hoeveelheden helder, vaak ijzerrijk grondwater uittreden. Juist vanwege de invloed van grondwater vormen ze ecologisch bijzonder rijke systemen, met veel soorten die elders in het rivierengebied verdwenen zijn, of überhaupt niet kansrijk. Denk hierbij aan een begroeiing met kwelsoorten als Dotterbloem, Holpijp, Paarbladig goudveil en Adderwortel en een zeer rijke libellen- en amfibieënfauna (Glassnijder, Bruine glazenmaker, Bruine Korenbout, Vuurlibel, Kamsalamander en (in potentie) Boomkikker). De Terrassenmaas kent vanuit haar eigenheid dus geen grote nevengeulen of hoogwatergeulen, zoals we die langs de Waal of de Getijdenmaas kennen.

We kunnen deze kwelgevoede moerasgeulen herstellen door ze ondiep uit te graven zijn, waarbij bovendien een belangrijk deel van de voedselrijke bouwvoor verwijderd kan worden. De eerste pilotprojecten waar dit gebeurd is, treffen we momenteel bij Roobeek (Arcen-Hamert) en in de Gebrande Kamp bij Milsbeek aan. Ook sommige geulen in het project Ooijen-Wanssum zullen worden aangelegd vanuit het principe om helder grondwater weer ondiep te benutten.
De Terrassenmaas vraagt derhalve een volledig andere inrichtingsbenadering dan veel andere riviertrajecten (zie ook de poster van Smart Rivers). Dit betekent ook dat een koppeling met hoogwaterbestrijding een andere insteek vraagt. De kwelgeulen zelf zullen in de praktijk weinig waterstandsdaling opleveren. Immers, dit betekent veel te grote, systeemvreemde geulen, met aanzienlijke schade aan het Limburgse Terrassenlandschap. Echter, er bestaan juist goede meekoppelkansen met het dijkenprogramma: door speciewinning voor de dijken in de vorm van subtielere kwelgeulen uit te voeren, ontstaan nieuwe, hoogwaardige natuurgebiedjes. Bovendien zijn de nieuwe kwelgeulen rivierkundig beter beheerbaar dan de oude manier van
Inrichtingsplan hoogwatergeul Wanssum
In 2009 heeft Drift voor de Dienst Landelijk Gebied een inrichtingsplan voor de hoogwatergeul Wanssum opgesteld. Hierin staat het behoud van het terrassenlandschap en het gebruik van kostbaar grondwater centraal. Er is uitgegaan van een brede, ondiepe terrasverlaging met ondiepe kwelgeulen die de contouren van het bestaande reliëf onder de brug van Wanssum door volgt. Helder grondwater uit de hoge terrassen kan zich in ondiepe geultjes verzamelen en op termijn een unieke natuur, met soorten als Dotterbloem en (wie weet) Boomkikkers. Even zo goed levert het plan de gewenste daling van hoogwaterstanden tijdens extreme rivierafvoeren op, waardoor de veiligheid van omringende dorpen als Blitterwijck en Broekhuizen aanzienlijk toeneemt.
Download Inrichtingsplan hoogwatergeul Wanssum hier.
Relevante publicaties
Peters, B., W. Liefveld, M. de la Haye, G. Kurstjens, N. van Kessel en J. Zwerver, 2017. KRW-maatregelen Beekmondingen Maas – 20 beekmondingen, verkenning ‘Oranje Cluster’. In opdracht va Rijkswaterstaat, Waterschap Limburg en Waterschap Aa en Maas. Bureau Drift, Berg en Dal i.s.m. Bureau Waardenburg.
Poster Smart Rivers: De Terrassenmaas
Peters, B. 2010. De Zandmaas: Ecologie en historische veranderingen van een terrassenrivier. Boekbijdrage jubileumboek Natuurhistorisch Genootschap. Boek verkrijgbaar via NHGL: klik hier.
Peters, B., mmv Hans de Mars, 2010. Inrichtingsplan hoogwatergeul Wanssum. In opdracht van DLG-Limburg. Bureau Drift, Berg en Dal.
Peters, B., K.-J. van de Herik & G. Kurstjens, 2007. Streefbeelden en herstelmaatregelen voor beekmondingen langs de Maas. Deel 1: Hoofdrapport. Studie in opdracht van Rijkswaterstaat, Waterschap Roer en Overmaas, Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Aa en Maas. Bureau Drift, Berg en Dal.