Rijkswaterstaat en de Waterschappen werken onder de vlag van de Kaderrichtlijn Water aan een groot aantal projecten in het Maasdal. Het realiseren van natuurlijke oevers valt hieronder, maar ook de aanleg van nieuwe geulen of andere wateren.
Bureau Drift ontwerpt en adviseert al meer dan 12 jaar aan en over de aanleg van dit soort projecten en monitort de resultaten.
Natuurlijke rivieroevers
Sinds 2006 hebben vele tientallen kilometers Maasoever een natuurlijker aanzien gekregen. Meestal kon dit door de oeverbestorting tot een bepaalde hoogte onder stuwpeil te verwijderen. Een proces van vrije erosie zorgt er vervolgens voor dat de steilwanden die we nog kennen van voor de jaren ’70 vanzelf terugkeren. Naarmate dit proces voortschrijdt ontstaan steeds bredere rivierstrandjes en nieuw levengebied voor vissen en andere waterfauna. Om te voorkomen dat de vaarweg last heeft van extra sediment dient bestorting aanwezig te blijven (of versterkt te worden) vanaf ca. 0,5 tot 1 meter onder stuwpeil. In 2005 heeft Drift voor dit project het Streefbeeld opgesteld, gevolgd door ontwerpplannen voor verschillende oevers. Ook monitort Bureau Drift sinds 2006 de oevers van de Maas. Zie voor meer info “vrij eroderende oevers”
Beekmondingen
Beekmondingen zijn bijzondere plekken in de Maasoevers. Hier vindt uitwisseling plaats tussen het grote water van de rivier en tal van kleinere, stromende beekjes. De Maas kent door zijn afwisselende geologie veel verschillende beken: grindbeken als de Geul in het zuiden en zandbeken als de Swalm en de Schelkensbeek meer naar het noorden. Veel beken zijn van nature zelfs geen echte beek, maar gegraven lossingen van oude kwelmoerassen (‘sijpelmondingen’). Elk type beek vraagt om een andere benadering voor ecologisch herstel en KRW-maatregelen. Deze zijn uitgewerkt in een twee Streefbeeldrapporten Beekmondingen Maasdal, die voor Rijkswaterstaat en de gezamenlijke Waterschappen zijn opgesteld.
Nieuwe kwel- en nevengeulen
Voor de waternatuur is de aanleg van nieuwe geulen zeker zo interessant. Drift heeft in de loop van de tijd verschillende ontwerpen voor KRW-projecten langs de Maas (mee) vorm gegeven. Voorbeelden zijn plannen voor de Hemelrijkse Waard, Kleine Weerd, de Empelse Waard, Weerden van Baarlo en de Gebrande Kamp. Bij de start van de KRW-uitvoering is een uitgebreide inventarisatie van kansrijke projecten gemaakt, die als basis diende voor de start van het traject tot 2027.
Vanuit verschillende expertteams en plantrajecten is bovendien geadviseerd over het ontwerp en de kwaliteit van andere inrichtingsprojecten, waaronder het ontwerptraject voor de 3e en 4e tranche van KRW. Daarnaast is met Bureau Waardenburg gewerkt aan de inhoud van de Handreiking Uiterwaardinrichting Maas, die beschrijft langs welke trajecten, welke type geulen en maatregelen passend zijn.
Monitoring Maasoevers
Sinds 2006 monitort Bureau Drift voor Rijkswaterstaat en RWS-Waterdienst veel Maasoevertrajecten. Er is daardoor een mooi beeld ontstaan van de veranderingen in de tijd, zowel ecologisch als morfologisch. Voor monitoringsrapporten wordt verwezen naar de pagina over vrij eroderende oevers en de publicatielijst.
